Spelregels invallen

25-1 Nieuws

M.H.C. Almelo is een gezellige familieclub voor iedereen die de hockeysport wil beleven. Wij willen graag hockeyen en elkaar ontmoeten in een veilige en financieel gezonde omgeving. Als we een wedstrijd willen spelen, komt het voor dat speelsters of spelers van andere teams worden geleend.

In de praktijk is er wel eens onduidelijkheid over de spelregels bij deze invalbeurten. Soms benaderen speelsters of spelers elkaar, er worden voorwaarden gesteld en soms lukt het coaches niet om een team op de been te krijgen. Tijd voor spelregels die meer duidelijkheid bieden. In de bijlage de spelregels van onze vereniging zoals die nu van toepassing zijn.

Wellicht ten overvloede: Om speelgerechtigd te zijn, moet in ieder geval aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

·Spelers moeten lid zijn van de vereniging waarvoor ze uitkomen in de competitie en als spelend lid zijn opgevoerd in de ledenadministratie van de vereniging;

·Iemand wordt als lid beschouwd, wanneer hij/zij in het centrale ledenbestand (CLA) van de KNHB staat.

Trimleden, trainingsleden en proefleden zijn niet speelgerechtigd, dus ook niet voor een beperkt aantal wedstrijden.

Wanneer een team een speler toevoegt aan het wedstrijdformulier (DWF) die niet de status spelend lid heeft, verschijnt er in het DWF automatisch een melding "niet-speelgerechtigd!”. Het team weet dus dat er een niet-speelgerechtigde speler wordt opgesteld.

De spelregels van de KNHB en de tabel met klassegrenzen zijn ook opgenomen.

Uitgangspunten 

1. Jeugdleden willen bij voorkeur niet in te grote teams worden ingedeeld, aangezien dat op voorhand speelminuten in wedstrijden kan beperken, dat maakt echter invallen in andere teams dan het eigen team soms wenselijk dan wel noodzakelijk. 

2. Hockey is een teamsport en dat heeft als consequentie dat alle betrokkenen zich moeten inzetten voor aanwezigheid tijdens wedstrijden en trainingen. 

3. Clubbelang gaat voor het teambelang en het teambelang gaat voor individueel belang. 

4. Mocht onverhoopt deelname van (jeugd)leden aan een wedstrijd niet mogelijk zijn, waardoor invallers nodig zijn, dan geldt een morele plicht van leden en coaches om waar mogelijk bij te dragen aan het spelplezier van velen. 

5. De contacten en de coördinatie loopt via de coaches, speelsters en spelers bepalen uiteindelijk zelf of een invalbeurt gewenst is. 

6. Het beleid veilig sportklimaat geeft gedragsregels voor begeleiders, waarbij in dit verband van belang is dat intimidatie of misbruik van machtspositie niet is toegestaan. 

7. De KNHB heeft richtlijnen en regels voor het bepalen van een eigen team en het invallen in andere teams opgesteld. Hiermee is duidelijk van welke andere teams invallers kunnen worden gevraagd en welke speelsters en speelsters voor invallen in aanmerking komen. 

8. Noodzaak tot invallen bestaat bij onvoldoende speelsters en spelers in een team, onvoldoende is 11 of minder aan de wedstrijd deelnemende eigen speelsters of spelers (conform de richtlijn KNHB voor invallen in lagere teams). 

Regels: Op basis van de uitgangspunten stelt het bestuur de volgende regels voor invallen in andere dan de eigen teams en invalverzoeken door coaches vast: 

1. De richtlijnen en regels van de KNHB voor invallen in andere teams dan het eigen team zijn van toepassing. 

2. Coaches benaderen elkaar over invalbeurten, het is niet de bedoeling dat speelsters en spelers van teams elkaar hierover benaderen. 

3. Coaches verzoeken om invallers en coaches werken mee aan coördineren bij onvoldoende speelsters of spelers in een team, onvoldoende is 11 of minder eigen speelsters of spelers. Voor de mogelijke ontwikkeling van speelsters en spelers is het toegestaan voor selectieteams om bij meer dan 11 speelsters of spelers iemand bij een wedstrijd mee te laten gaan. 

4. Aan verzoeken om invallers te leveren wordt door de coaches medewerking verleend, blijkend uit het doorgeven van het verzoek aan spelers of speelsters van het eigen team. 

5. Indien een speelster of speler wenst in te gaan op een invalverzoek, dan verleent de eigen coach van de invalster of invaller hieraan medewerking, zonder consequenties binnen het eigen team aan het invallen te verbinden (zie ook het beleid veilig sportklimaat over de relatie tussen sport(s)er en begeleider). 

6. Aan medewerking aan een invalverzoek of invalbeurt kunnen geen voorwaarden worden gesteld door de beide coaches en de speelsters of spelers. 

7. Coaches hebben geen verplichting om binnen hun team invalsters of invallers voor andere teams te verzorgen. 

8. Speelsters en spelers mogen niet invallen in een team dat meer dan twee leeftijdscategorieën scheelt ten opzichte van de eigen leeftijdscategorie (iemand die in een C team speelt valt dus niet in een senioren team in).

 
25-1-2024 Bijlage